8.1 C
De Bilt

Nieuwe wet: Straks geen vrije keuze voor arts?

Binnenland – Er wordt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gewerkt aan een nieuwe wet, die het mogelijk maakt dat mensen alleen nog naar de huisarts of psycholoog kan die een contract heeft met je zorgverzekeraar. Hiermee zou de vrije keuze voor een arts in het geding komen.

Ger Jager van Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze die in 2014 is opgericht, komt op voor het belang van zorgaanbieders die geen contract hebben met verzekeraars. Volgens Jager wordt het met deze nieuwe wet onmogelijk gemaakt om zorg aan te bieden zonder contract. De zorgverzekeraar zou uiteindelijk beslissen naar welke dokter een patient mag gaan. Daarmee zouden zorgverzekeraars meer macht krijgen.

Voorstel nieuwe wet

Minister Hugo de Jonge (VWS) heeft in de zomer van 2018 zijn plannen voor dit voorstel voor een nieuwe wet al bekend gemaakt. Hij heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij het per wet mogelijk wil maken om de hoogte van de vergoedingen voor niet-gecontracteerde zorg vast te leggen als het aandeel van gecontracteerde zorg niet toeneemt.
Stichting VA maakt zich daar zorgen over.

Het zou specifiek gaan om sectoren als de GGZ en wijkverpleging. Daarbinnen zijn weinig zorgverleners die een contract hebben afgesloten met verzekeraars. Momenteel moet zorg dat verkregen wordt bij zorgverleners zonder contract met de verzekeraar voor 75 % vergoed worden om de eigen kosten van de patiënt laag te houden. Wanneer er minder vergoed wordt en de patiënt meer moet betalen, is het minder aantrekkelijk om gebruik te maken van zorgverleners zonder contract met de verzekeraar.

Te duur

De Jonge geeft als rede om de vergoedingen aan te passen, dat zorg zonder contract met de verzekeraar te duur zou zijn. Ook zou het aantal niet-gecontracteerde zorgaanbieders in de wijkverpleging en GGZ stijgen toen hij in 2018 voor het eerst over de plannen voor een nieuwe wet schreef.

Ondanks een daling van niet-gecontracteerde zorg in wijkverpleging, blijft de Jonge bij zijn wetsvoorstel. Hij stelt in een brief aan de Twee Kamer dat het onwenselijk is dat de ene patiënt onnodig veel uren zorg krijgt en de andere patiënt niet genoeg zorg krijgt. Hij vindt het belangrijk dat de zorgverleners de org die nodig is zo eerlijk mogelijk in zetten.

Spoetwetten

De minister heeft een lijst met spoedwetten opgesteld, waar deze nieuwe wet ook onder zou gaan vallen. Deze wetsvoorstellen wil het kabinet graag voor het zomerreces behandeld hebben door de Eerste en Tweede Kamer. Volgens Ger Jager, bestuurder van Stichting VA, probeert De Jonge de wet er doorheen te duwen op het moment dat iedereen bezig is met de coronacrisis. De wetswijziging zou volgens Jager desastreuze effecten hebben. Wanneer mensen geen eigen bijdrage kunnen betalen en alleen kiezen voor een zorgverlener met contract, zullen de zorgverleners zonder contact van de markt verdwijnen. Met als gevolg dat de wachtlijsten bij de zorgaanbieders met contract alleen maar langer zullen worden. En het betekend dat de patiënt geen vrije keuze meer heeft om een zorgverlener te kiezen en alleen nog naar een zorgverlener kan, die een contract heeft met je verzekeraar. Er is meer tijd om ziek te worden, dan tijd om een nieuwe zorgverzekering te zoeken.

Wat houdt vrije artsenkeuze in?

In Nederland mag je zelf bepalen naar welke huisarts of andere hulpverlener je gaat als je zorg nodig hebt. Dit wordt ook wel ‘vrije artsenkeuze’ genoemd en is vastgelegd in artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Veruit de meeste zorgaanbieders hebben een contract met de zorgverzekeraars. Als jouw zorgverzekeraar dus een contract heeft met een psycholoog die jij graag wilt bezoeken, dan betaalt de zorgverzekeraar de kosten. De kosten worden dan verrekend met je eigen risico. Als de psycholoog geen contract heeft met de zorgverzekeraar krijg je de behandeling meestal voor driekwart vergoed.

Daardoor hoef je maar een relatief klein percentage van de behandeling zelf te betalen. Voor veel mensen is dat te overzien als er bijvoorbeeld bij een grote GGZ-instelling lange wachtlijsten zijn. Soms is het bedrag niet te betalen voor een cliënt, omdat een behandeling bijvoorbeeld duizenden euro’s kost. Als je dan 25 procent zelf moet betalen, betaal je alsnog een hoog bedrag. Er is al jaren discussie over de vraag hoe hoog de vergoeding minimaal moet zijn die een patiënt ontvangt bij een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Er is hier over namelijk niets over vastgelegd in de wetgeving. Hierover is in 2014 al geprocedeerd tot aan de Hoge Raad. Er geldt sindsdien als voorlopige praktijkregel dat een zorgverzekeraar ten minste 75 procent van het marktconforme tarief moet betalen zodra een patiënt met een naturaverzekering naar een niet-gecontracteerde zorgaanbieder gaat.

Dit tarief wordt gebaseerd op het gemiddelde van de vergoeding aan zorgverleners met contract. Er wordt door Stichting VA als sinds 2017 gestreden tegen het vergoedingsbeleid. Een gemiddeld tarief onder contract zegt in de praktijk niets over de prijs die reëel is voor een behandeling. Volgens de wet mag een zorgverzekeraar geen vergoeding geven die te laag is, waardoor een verzekerde niet zou kiezen voor een behandeling bij een zorgverlener zonder contract. In de rechtszaak tegen VGZ, Menzis, CZ en Zilveren Kruis stelde de rechter de Stichting VA in februari vorig jaar voor een deel in het gelijk. De korting van 25 % die de zorgverzekeraars toepassen bij de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg, mogen niet.

Bezwaren voor contract

Er zijn voor zorgverleners vaak grote bezwaren om met een contract te werken. Zo bestaan die contracten doorgaans uit vele pagina’s waar veel tijd in gaat zitten om door te nemen. Maar ook het zogenaamde “budgetplafond” is voor veel zorgverleners een reden om zonder contact te werken. Je krijgt als zorgaanbieder van de verzekeraar een budget waarvoor je mag behandelen. Wanneer je na een half jaar al door het budget heen bent mag je voor je verdere behandeling in dat jaar geen vergoeding meer vragen. Heb je dan een vergoeding ‘per ongeluk’ gekregen bovenop je budgetplafond, dan moet je dat terugbetalen. Een verzekeraar kan daar nog jaren later mee komen. Dat geeft veel financiële onzekerheid en administratie om alles goed bij te houden. Ook zou een zorgaanbieder patiënten moeten weigeren die bij de verzekeraar al aan het budgetplafond zit.

Inhoud verzekering bepalen

Ook is een bezwaar van zorgaanbieders dat de verzekeraar de inhoud van hun werk wil bepalen. Er worden in contracten bepaald hoe de zorgaanbieder diagnoses moet stellen en veel zorgaanbieders vinden dat niet het werk van een verzekeraar. Een contract zou reëel en werkbaar moeten zijn. Voor patiënten is volgens zorgaanbieders een verzekering beter. Omdat de factuur direct naar de verzekering gaat. Veel mensen kunnen ook geen eigen bijdrage betalen en kunnen dan niet geholpen worden. Zorgaanbieders geven ook aan dat de Jonge te veel zou luisteren naar zorgverzekeraars. Niet-gecontracteerde zorg zou duurder zijn, toch kiezen mensen daar juist voor, omdat ze dan meer zog krijgen dan bij een zorgaanbieder met contract.

Reële contracten

Volgens zorgaanbieders zou het beter zijn wanneer er reële contracten worden aangeboden. Zorgverzekeraars vinden vaak dat ze zelf al voldoende zorg hebben ingekocht of werken met hele lage budgetplafonds dat zorgaanbieders daar niet van kunnen leven. Zo wordt het voor veel zorgaanbieders onmogelijk gemaakt om een contract aan te gaan met een zorgverzekering. De zorgverzekeraars zouden volgens zorgaanbieders contracten op een andere manier moeten opstellen, meer gedetailleerd en specifiek. Zodat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het ook zou kunnen controleren of er wel voldoende zorg is ingekocht.

(bron: https://www.bnnvara.nl/zembla)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Nieuws uit deze regio