Een van de verdachten is een 49-jarige Colombiaan uit de havenstad Santa Marta. Hij heeft in alle toonaarden gezwegen toen de politie hem verhoorde over zijn onverklaarbare aanwezigheid ver van huis bij de drugscontainer in Den Haag.
De andere verdachte, een 39-jarige man uit Rhoon, was na de onderschepping van het drugstransport in grote haast van huis vertrokken. Hij is tot op de dag van vandaag onvindbaar. Zijn bedrijf stond als geadresseerde op de ladingpapieren. De rechtbank heeft hem de hoogste straf van 6 jaar opgelegd.
De drugs zijn in april 2016 aangetroffen op de bodem van de container tijdens een controle in de haven van Rotterdam. De drugspakketten uit Colombia waren voorzien van een davidsster. De Colombiaan stond zowel in Nederland als in Colombia in contact met medeverdachten. In versluierde taal sprak hij over ‘meisjes’ , waarmee hij de drugs bedoelde.
Keiharde criminaliteit
De officieren van justitie benadrukten dat de kilo’s cocaïne de havens van Antwerpen en Rotterdam binnen stromen. “Deze handel is een keten van keiharde criminaliteit. De verdachten maken zich geen zorgen over verslavingsproblemen, financiële problemen van gebruikers en daarmee gepaard gaande criminaliteit. Als de cocaïne niet was onderschept, zouden ze daar zelf grof aan verdienen.”
Bron: om.nl
